Een geloofsbrief is een schriftelijk bewijsstuk dat iemand bevoegd is om benoemd te worden tot een bepaalde functie.
De term wordt in twee situaties gebruikt:
- Bij de benoeming van een ambassadeur zijn de geloofsbrieven een verklaring van het staatshoofd uit het land dat deze persoon als ambassadeur vertegenwoordigt.
- Bij de benoeming van iemand die in een overheidslichaam is gekozen.
Een ambassadeur die naar een ander land wordt uitgezonden, toont geloofsbrieven van zijn staatshoofd aan het staatshoofd van het ontvangende land. Dit gaat vaak gepaard met ceremonieel. Als het om de ambassadeur van een koninkrijk gaat, betekent dit dat hij of zij namens zijn vorst de eerbied ontvangt, die volgens de diplomatieke traditie een koning toekomt. De Nederlandse geloofsbrieven worden geschreven in het Frans. Dat is de internationale diplomatieke taal, behalve als in het ontvangen land Nederlands wordt gesproken (Belgie, Suriname en Zuid-Afrika).
Nieuwe ambassadeurs in Nederland, zoals vandaag het geval was, bieden hun geloofsbrief aan in Paleis Noordeinde. De ceremonie vindt altijd plaats op een woensdag. Na een eresaluut van vier tromroffels wordt het volkslied van het land van de aankomende ambassadeur ten gehore gebracht. Vervolgens inspecteert de ambassadeur de militaire erewacht. Nadat hij de geloofsbrieven aan de majesteit heeft overhandigd en hij is vertrokken, komt mogelijk nog een ambassadeur, zodat de ceremonie opnieuw begint. Vanaf het moment dat de majesteit de geloofsbrieven heeft aanvaard, is de nieuwe ambassadeur in functie.